Is het beter om één keer lang te slapen of meerdere keren kort?
Bifasisch slapen, wat is dat?
We zijn gewend om ’s nachts in één lange ruk te slapen. Maar is dat eigenlijk wel de enige (of beste) manier om aan voldoende slaap te komen? Misschien heb je weleens gehoord van bifasisch slapen: een slaappatroon waarbij je niet één keer per nacht lang slaapt, maar je slaap opdeelt in twee kortere momenten. In deze blog lees je of dat gezond is, hoe het werkt, en wat je zelf kunt doen als je moeite hebt met doorslapen.
Wat is bifasisch slapen?
Bij bifasisch slapen deel je je slaap op in twee blokken. In plaats van bijvoorbeeld 7 of 8 uur aan één stuk te slapen, slaap je bijvoorbeeld 5 uur in de nacht en 1 tot 2 uur later op de dag. Denk aan een lange middagdut.
Er zijn ook mensen die rond middernacht 3 tot 4 uur slapen, vervolgens een paar uur wakker zijn, en daarna opnieuw gaan slapen tot de ochtend. Dit patroon komt minder vaak voor, maar is historisch gezien niet zo vreemd als het klinkt.
Sliepen mensen vroeger vaker bifasisch?
Ja — vóór de industrialisatie was het heel normaal om in twee blokken te slapen. Uit historisch onderzoek van Roger Ekirch, auteur van "Nacht en ontij", blijkt dat mensen een ‘eerste slaap’ en ‘tweede slaap’ hadden, met daartussen een wakkere periode van ongeveer een uur. In die tijd lazen ze, baden, praatten met elkaar of stonden zelfs even op.
Pas met de industrialisatie veranderden 'onze' levensritmes. Vaste werktijden, langere dagen door kunstlicht en de opkomst van fabrieksroosters maakten het praktisch en sociaal wenselijk om in één lange periode te slapen. Zo ontstond het slaapmodel dat we nu kennen: één aaneengesloten nachtrust.
Is het slecht om in twee delen te slapen?
Gespreide slaap is niet per definitie slechter is dan één lang slaapblok — zolang de totale hoeveelheid slaap én de slaapkwaliteit maar voldoende en herstellend genoeg zijn.
Maar let op: als je slaap telkens gefragmenteerd is (zoals bij baby’s of mensen met slaapproblemen), dan is dat wat anders dan bewust bifasisch slapen. In dat geval rust je minder goed uit, omdat je minder diep slaapt.
Is bifasisch slapen goed voor je?
Of bifasisch slapen bij je past, hangt af van jouw ritme, levensstijl en slaapkwaliteit. Voor sommige avondmensen die vroeg moeten opstaan, kan het helpen om later op de dag nog een korte rustpauze te nemen.
Werk je onregelmatig, dan kan het opdelen van je slaap juist zorgen voor méér herstel dan wanneer je alles in één ruk probeert te proppen. Het is vooral belangrijk om goed op de signalen van je lichaam te letten. Als je je overdag energiek genoeg voelt en je je prettig voelt bij je slaappatroon, werkt je slaap waarschijnlijk goed.
Waar moet je op letten als je in twee delen slaapt?
Wil je experimenteren met een meer gespreid slaappatroon? Houd dan rekening met het volgende:
- Vermijd slaapfragmentatie: word je vaak wakker zonder dat je dat wilt? Dan is het goed om aan slaapcontinuïteit te werken.
- Bouw ritme in: zelfs als je twee keer slaapt, is regelmaat in je ritme belangrijk voor je biologische klok.
- Zorg voor een vast ritueel: ook als je bifasisch slaapt, helpt een herkenbaar avondritueel bij beter slapen. Sluit je dag bijvoorbeeld af met een paar minuten (dankbaarheids)journaling in een Dream Journal — dat helpt je brein de overgang te maken van actief naar ontspannen.
Conclusie
Luister naar je lichaam. Misschien slaap jij beter met een extra rustmoment overdag. Misschien floreer je juist bij één lange nacht. Beide kunnen prima zijn, zolang je uitgerust wakker wordt.